HET PAROOL, 27 september 1943.
(Voor uitgewerkte tekst scrol naar beneden.)
        Concentratiekampen: Waar de Nazi's hun idealen in praktijk brengen.

DE FEITEN SPREKEN: Het verheugt ons dat wij eindelijk in de gelegenheid zijn den lezer een beschouwing over de concentratiekampen voor te leggen, niet steunend op 'geruchten' en 'gruwelverhalen' maar op de persoonlijke ervaringen van deze schrijver. Hier wijkt daarom alle twijfel in den trant van "kan dat werkelijk waar zijn?" Het is waar, leest, hoe het nationaal-socialistische gespuis menschen behandelt en put er een nieuwe verzetsgeest uit tegen een systeem, zoo menschonterend dat de woorden ter qualificatie ten eenen male ontbreken.


Het concentratie kamp is een van de meest karakteristieke instellingen van den Nat.Soc. staat. Men vindt er in sterk geconcenteerden vorm alle idealen van het nationaal socialisme verwezenlijkt. Het concentratiekamp vormt een gemeenschap van bewakers en gevangenen, die als een nationaal socialistisch model samenleving beschouwd mag worden. Wat het nationaal-socialisme zich als toekomstbeeld voor staat en maatschappij droomt is in het concentratiekamp thans reeds werkelijkheid geworden. De nationaal-socialistische opvattingen omtrent recht, plicht, arbeid, tucht en orde zijn hier tot haar hoogsten vorm in toepassing gebracht.
Toen de Duitsche grootgrondbezitters in samenwerking met een aantal groote fabrikanten en bankiers begin 1933 de partij van Hitler de macht in Duitschland in handen gaven, werden er spoedig in alle deelen van het Dritte Reich concentratiekampen gesticht en iedereen die het met de nieuwe regeering niet eens was, werd on zoo'n modelinrichting voor de opvoeding van nationaal-socialistische staatsburgers opgenomen. De kampen die sindsdien het meest over zich hebben doen spreken zijn wel die te Buchenwald, Sachsenhausen, Neu Gammen, Dachau en Mauthausen geweest. Het aantal Duitschers dat van 1933 tot 1939 in deze concentratiekampen den dood heeft gevonden wordt door ingewijden op voorzichtige wijze op een half miljoen geschat.
Sinds het Duitsche nationaal-socialisme in August 1939 zijn veldtocht ter verovering van geheel Europa begon, is er een groot aantal nieuwe concentratiekampen in Duitschland en in de door de Duitsche Wehrmacht bezette gebieden geopend. Miljoenen Russen, Polen, Joden, Tsjechen, Yugoslaviërs en anderen zijn er sedert dien binnengebracht en gedood. Vermoedelijk ligt hun aantal tusschen de vier en zes miljoen.
Zoo'n concentratiekamp ligt meestal ergens op de heide, in een bosch of ergens in de bergen. Het is afgerasterd door eenige hooge prikkeldraadversperringen. Soms zijn er ook electrisch geladen draden om heen gebracht. Om sommige kampen vindt men een diepe gracht. Rondom de buitenste afrastering vindt men op een onderlingen afstand van hoogstens 100 meter torentjes staan, waarop een SS man dag en nacht met een machinegeweer de wacht houdt. Desondanks zijn er toch nog wel eens gevangenen die probeeren uit het kamp te vluchten. Als ze gegrepen worden dan is het met ze afgeloopen: voor het front van den troep worden zij doodgeslagen of opgehangen. In het kamp staan ook op verscheidene punten machinegeweren opgesteld.
De gevangenen loopen op klompen. Zij dragen een in opvallende kleuren streepte boevenpakje. Hun hoofd wordt kaal geknipt. Zij worden ondergebracht in barakken waarin ijzeren bedden drie hoog boven elkaar staan. Daar er altijd plaatsgebrek is, ligt men er meestal met drie of vier man in twee naast elkaar geschoven bedden. Overal wemelt het van kleerluizen, zoodat iedereen zich steeds loopt te krabben. Tengevolge van de algemeene onzindelijkheid is er in elk kamp altijd een groot aantal schurftlijders. Meestal heeft elke barak haar eigen W.C. Dat zijn een tiental naast elkaar opgestelde closets, waar men dus in het publiek zijn behoefte kan doen. Het nationaal-socialisme maakt op deze wijze een einde aan de kleinburgelijke individualisme.
Vaak gebeurt het dat 's nachts de waterleiding afgesloten wordt, zoodat de W.C.'s niet doorgespoeld kunnen worden. Er is niet veel fantasie voor noodig om zich voor te kunnen stellen, welk een atmosfeer dan in zoo'n barak met twee tot vierhondered man hangt.
In het algemeen moeten de gevangenen 's avonds om 9 uur naar bed. 's Nachts om vier uur staat men weer op.
s' Winters gebeurt dat een uur later. Wanneer het lang licht en bovendien warm is, kan niemand voor eleven slapen, zoodat men een veel te korte nachtrust en dan ook chronisch slaapgebrek heeft. Soms brengt de nacht on aangename verassingen. Er kan plotseling de een of andere SS man midden in den nacht binnen komen stormen die - b.v. omdat er een vuilnisbak buiten is blijven staan - alle gevangenen uit hun bed laten komen en hen een half, of een heel uur in de slaapzaal heen en weer laat loopen, onder de beddendoor laat kruipen of soortgelijke oefeningen laat houden. Van sport en lichaamsoefeningen blijft een mensch ten slotte fit. Het nationaal-socialisme weet dat en houdt zich er aan.
Te eten krijgt men 's morgens niets. Er wordt slechts een beker met bruin vocht uitgedeeld. Om half zes vindt daarop het ochtendappel plaats. Daarvoor wordt baraksgewijze op de appelplaats aangetreden. Naar Duitsche zede wordt hierbij onophoudelijk geschreeuwd, gevloekt en gebruld. Ordnung muss sein.
Na het ochtendappel begeeft iedereen zich in looppas naar zijn Arbeitskommando. In vrijwel ieder concentratiekamp is er een houthakkerskommando, een kommando voor steenhouwers, aardappelschillers, etc.  De gevangenen die voor het onderhoud van de W.C.'s moeten zorgen vormen het Abortreinigungskommando. De arbeid is immers geheel op militaire wijze georganiseerd. Daarom is er ook een vuilnisbakkenkommando, dat in gesloten formatie oprukt en op stramme wijze de luid gebrulde bevelen uitvoert. Tijdens den arbeid, die soms slechts tien uur, maar vaak ook veertien of zelfs zestien uur per dag duurt, loopen er overal SS lieden met knuppels rond, die er voor zorgen dat niemand een oogenblik stil staat of uitrust. De geringste SS man vertegenwoordigt het staatsgezag in het kamp. Daarom moet ieder gevangene steeds zijn muts afzetten als zoo'n machtig staatsvertegenwoordiger passeert, die trouwens volledige volmacht heeft om er hard en onbeperkt op los te slaan. Tijdens het werk wordt er vaal iemand doodgeslagen. 's Middags en 's avonds wordt er wederom appel gehouden. De lijken zijn dan op een kruiwagennaar binnen gebracht en de SS Arbeitsführer slaat zijn hakken tegen elkaar, brengt de Hitler-groet en meldt den Rapportführer: "Drei Häftlingen aud der Flucht erschossen"!
In sommige kampen is de voeding niet bijzonder slecht. In de meeste kampenwordt echter honger geleden. Wie het zware werk, het gebrek aan slaap, de mishandelingen en het tekort aan voedsel drie maanden uithoudt valt toch in ieder 20 tot 40 kilo af. In de meeste kampen sterft de geheele kampbevolking vier maal per jaar uit. In één der Duitsche kampen heeft men dan ook een crematorium dat dag en nacht met vier ovens op volle stoom werkt.
iedere gevangene die een inbreuk op de vele voorschriften bij een van zijn kameraden waarneemt moet daarvan terstond melding maken bij de SS. Bij nalatigheid is hij even strafbaar als de overtreder zelf. Iedereen is politie-agent en aanbrenger van zijn naaste. Iedereen bewaakt, beloert en verraadt zijn buurman. Wie het niet doet, is een verrader. Zoo leert het nationaal-socialisme moraal.
Wie de een of andere overtreding begaat, wordt gestraft. Een van de onschuldigste straffen is: "een week lang aan de poort staan". De gestrafte krijgt dan meestal geen eten en hij moet alle oogenblikken, die buiten de werkuren vallen en die hij dus vrij heeft, in de houding bij de binnenpoort in het kamp staan in hitte, regen, sneeuw of vorst en daarbij voortdurend zijn muts op- en afzetten voor de druk heen en weer loopende SS lieden. Soms laat men iemand een heele maand zoo staan, wat nog algeheele uitputting in vele gevallen tot ziekte of dood leidt.
Het middelpunt van het concentratiekamp is meestal een groote gevangenis. Wie daar in komt, wordt meestal binnen een paar dagen"fertig gemacht", dat wil zeggen den dood in gejaagd. In Mauthausen had men een zekere Etlinger (
Franz Xavier Ettlinger) als gevangenis commandant. Deze zag kans de hem toevertrouwde gevangenen zelfs in een dag "fertig " te maken. Etlinger is thans werkzaam in het concentratiekamp in Vught, waar hij - zoodra de nog in aanbouw zijnde kampgevangenis gereed is - zijn oude handwerk weer ter hand nemen.
overigens kent men in elk Duitsch kamp De Bok en De Paal. De bok is een hooge bank, waarop men voorover gelegd en vastgebonden wordt om 25 of 50 slagen met een knuppel, of staaldraad in ontvangst te nemen. Het zitvlak van den ongelukkige die zoo'n behandeling op den bok moet ondergaan, wordt tot een bloederige massa geslagen. Er zijn menschen, die daar niet tegen kunnen en die er aan te gronde gaan. Maar dat zijn dan natuurlijk ongezonde - of weekelijke lieden. Voor hen is er geen plaats in de nationaal-socialistische samenleving.
De paal is een martelwerktuig, dat aan Golgotha doet denken. Men bindt een gevangene de handen op z'n rug en zet hem op een tafel tegen de hooge paal aan die stevig in den grond staat. Boven aan de paal hangt een riem, die den gevangene aan zijn samengebonden polsen wordt bevestigd. Dan wordt de tafel weggetrokken. De armen worden door den val omhoog gerukt en de schouders worden ontwricht door den schok. Men hangt en blijft hangen. In Dachau heeft men zoo eens 17 menschen twee uur achtereen laten hangen. Toen waren er toch nog twee die nog in leven waren.
Het concentratiekamp Sachsenhausen in het voormaligeOlympische dorp. Waar eens de sportieve jeugd uit alle landen der wereld zich met elkaar mat, worden thans de kinderen van Fransche, Tjechische, Poolsche en Russische moeders onder de nazi-laars vertrapt. Dwars door dit kamp loot een weg van 2 km lengte, die met menschelijke beenderen verhard is. Aan deze grondstof heeft het Dritte Reich geen gebrek. Het probleem van de overbevolking van dit kamp heeft men hier op uiterst eenvoudige en zakelijke wijze opgelost. De zieken krijgen er een cyaan-injectie. Twee maal per week komt de Lagerarzt er zijn ronde door 't Revier, de ziekenbarak. Alle patienten weten, wat dit bezoek betekent. De arts wijst een vijftigtal gevangenen aan. Hun nummers worden door een der gevangenen, die als secretaris dienst doet, opgeschreven. Een kwartier later worden de opgeschrevenen naar de ambulance geroepen. Zij gaan en zij weten dat het hun laatste gang is. In de ambulance zit de Lagerartzt met zijn helpers, een paar verplegers. De injectiespuit doet haar werk. De desbetreffende kaarten kunnen uit de kampkartotheek verwijderd worden. Ergens in een dorpje in Tjsechoslwakijë of in een stadje in Frankrijk zit een vrouw die haar kinderen geen antwoord kan geven op de vraag waarom Pappie niet meer schrijft.
In Sachsenhausen heeft men in den winter van 1941-1942 proeven genomen met gevangenen, waarvan het doel was na te gaan hoe ver het menschelijk uithoudingsvermogen reikt onder omstandigheden die met die van het barre Russische klimaat vergeleken kunne worden. Daartoe werden tientallen gevangenen goed, slecht of helemaal niet gekleed gebonden in den sneeuw gelegd. Een deel kreeg goed, een ander deel slecht en de rest helemaal niet te eten. Regelmatig werd bij allen de temperatuur opgenomen. Op deze wijze verschafte men zich hoogst interessante statistieken en toen de proefpersonen allen dood waren was men nauwkeurig over hun uithoudingsvermogen ingelicht.
Voor het veroveren van belangrijke wetenschappelijke resultaten getroost het nationaal-socialisme zich de grootste offers.
Dat blijkt trouwens ook in Mauthausen waar in barak I van het kamp een bordeel ondergebracht is. tegen betaling van 75 pfenning kunnen de gevangenen hier een bezoek brengen; de liefhebberij voor dit instituut is echter niet groot. Een klein deel der gevangenen heeft kostenloos toegang, Dat zijn de gesteriliseerden, die op gezette tijden in aanwezigheid van den kampcommandant, den Lager artzt en eventuele andere belangstellenden moeten toonen wat zij mans zijn. Men ziet waar het de wetenschap geldt staat het nationaal-socialisme voor niets.
Mauthausen is overigens een van de ergste kampen. In de steengroeve van dit kamp sterven elken dag tientallen menschen. Hier heeft men aan de staking van Februari 1941 in Amsterdam de daar toen gearresteerde Joden afgemaakt. De Ongelukkigen werden ruggelings aan elkaar gebonden en naar een 60 meter hoogen rots gedreven, van waar zij in de steengroeve gejaagd werden. Tienduizenden menschenlevens zijn hier in korten tijd vernietigd. En wat men hier niet vlug genoeg af kon werd naar het filiaal van Mauthausen, het nabijgelegen kamp Gusen gebracht. Daar pakte men de zaak nog energieker aan. Op een geschikt moment liet men daar in de steengroeve af en toe een flinke dynamietlading ontploffen, wat altijd minstens 200, maar soms ook wel 400 lijken tegelijk opleverde. De vindingrijke nationaal-socialist die hier de leiding had, was indertijd Hauptsturmführer Chmileiski (
Karl Chmielewski {de Duivel van Gusen}, geboren 16-6-1903, overleden 1-12-1991. In 1961 veroordeelt tot levenslangelangevangnisstraf. In 1977 vrijgelaten wegens psychische problemen. Overleed in een inrichting in Bernau am Chiemsee.). Tegenwoordig is de man commandant van het concentratiekamp te ….. Vught.

In den loop van den oorlog heeft men de liquidatie van gevangen tegenstanders en vijanden nog belangrijk gerationaliseerd. Het 'Umlegen', zoals de technische term luidt, geschied thans reeds geruimen tijd in de Gaskammer, die in alle kampen gebouwd is. Zoo'n gaskamer maakt den indruk een badlokaal te zijn. Een groot aantal menschen wordt er naakt in gebracht, dat heeft het voordeel, dat de lijken naderhand meteen verasschen kan, zonder dat men eerst nog kleeren behoeft uit te trekken. Het procedé is eenvoudig. De deuren gaan dicht en de kranen gaan open. Een kwartier later komt het lijkencommando om de slachtoffers weg te halen. In het kamp Auschwitz zijn op deze wijze vele tienduizenden Polen, Joden en Russen gedood. Een half jaar gelden heeft men hier de Gaskammer, die een capaciteit had van 200 personen belangrijk vergroot, zoodat er thans 1000 man tegelijk in kan. In de Gaskammer van Neu Gamme (bij Hamburg) zijn vele Nederlandersom om het leven gebracht.

Alle landen die sinds het uitbreken van dezen laatsten Duitschen veroveringsoorlog door de Wehrmacht bevrijd zijnvan het Joods-bolsjewistisch-plutocratische systeem, hebben sindsdien hun eigen concentratiekampen gekregen. In ons land bestaan zulke kampen - afgezien van de speciale Jodenkampen - te Ommen, Amersfoort en Vught. Ofschoon hier ook honderden meschen vermoord zijn, moet toch vastgesteld worden, dat de slachtingen hier op geen stukken na zoo'n omvang hebben aangenomen als in Duitschland zelf. Het hoogste doodencijfer werd in Amersfoort bereikt in November 1942, toen er op een kampbevolking van ongeveer 1500 gevangenen 78 menschen stierven. Dat geschiedde onder de verantwoordelijkheid van drie liedenwier namen men goed dient te onthouden, te weten Hauptsturmführer Heinrich (Walter Heinrich, SS nr. 217051, spoorloos), Untersturmführer Stöver (Johann Friedrich Stöver, alias Nelis.
Op 7 juni 1949 werd Stöver door het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam veroordeeld tot levenslange gevangenschap. Hij werd gedetineerd in Breda. In 1950 werd hij door de Bijzondere Raad van Cassatie tot de doodstraf veroordeeld, maar een jaar later werd deze straf omgezet in levenslang. In mei 1959 werd de levenslange straf gewijzigd in 23 jaar en vier maanden. In november 1960 werd Stöver vrijgelaten, waarna hij terugkeerde naar Duitsland.
) en Hauptscharführer Berg (Karl Peter Berg. Hij vluchtte op 20 april 1945 naar Scheveningen, maar werd opgepakt. Werd in 1949 in hoger beroep ter dood veroordeeld; een gratieverzoek werd afgewezen. Bij zijn terechtstelling in 1949 was hijzelf de eerste die - onverwachts - het commando ‘vuur’ riep tegen het executiepeloton in Fort Bijlmer in Weesperkarspel.)

In het kamp te Vught, dat 15 Januari 1943 in gebruik gesteld werd, had men in het begin dagen dat er 10 tot 15 sterfgevallen voorkwamen. Den laatsten tijd is dit evenwel belangrijk verbeterd. Sinds een maand of vier is er trouwens eel algemeene verbetering in het Duitsche concentratiekamp waar te nemen. Men is namelijk begonnen de kampbevolking zoo veel mogelijk aan productieve arbeid ten behoeve van de Duitsche oorlogsvoering in te zetten. Zoo worden in Vught bijvoorbeeld tegenwoordig onder leiding van de Philips Fabrieken door de gevangenen radiotoestellen en scheepsapparaten aan den lopende band vervaardigd. In vele Duitsche kampen werken de gevangenen aan de productie van munitie, vliegtuigonderdelen en dergelijke. Gevangenen die voor de oorlogsindustrie werken moet men uiteraard anders behandelen dan gevangenen, die men - alleen maar bij wijze van bezighouderij - kruiwagens zand van links naar rechts en daarna weer van rechts naar links laat rijden. Overigens krijgt men den indruk dat men in Berlijn tot het inzicht is gekomen, dat men de overwonnen volken moeilijk voor 'den strijd tegen de Aziatische horden' zal kunnen winnen zoolang men de zonen dezer volken in de Duitsche concentratiekampen uithongert, kwelt, mishandelt en doodslaat. Den laatstentijd verschijnen er af en toe plotseling controle commissies uit Berlijn in de kampen, wier taak het is na te gaan of er niet al te barbaarsch opgetreden wordt. Hier komt nog bij dat het lagere bewakingspersoneel in de kampen algemeen is gaan begrijpen dat deze oorlog met een nederlaag voor Hitler gaat eindigen, zoodat de meeste Rottenführers en Unterscharführers weinig lust toonen om zich aan den vooravond van de dreigende eindafrekening nog eens extra te belasten met nieuwe gruweldaden. De gevangenen in Vught noemen hun kamp tegenwoordig dan ook gekscherend 'het sanatorium'. Dat neemt niet weg dat iemand die pech heeft nog wel eens een paar tanden uit zijn mond geslagen worden.
Kort geleden werd een gevangene nog zoo toegetakeld dat hem een trommelvlies stuk geslagen werd. En toen een groep gevangenen, na het bekend worden van het aftreden van Mussolini, bij het werk werd betrapt op het gemeenschappelijk zingen van vaderlandsche liederen, werden zij 's avonds in hun vrijen tijd gedwongen tot twee en half uur straf-exerceeren, waarbij rollen over den grond, diepe kniebuigingen, looppas en 'hinlegen und aufstehen' elkander afwisselen totdat een toestand van volkomen uitputting intreedt. Hauptscharführer Grosse, een fanatiek nazi, voegde zijn slachtoffers hierbij toe: - "Verbeelden jullie je maar niet dat de oorlog afgeloopen is. Nu begint het pas goed. En als wij op een goeden dag hier toch zouden moeten wegtrekken dan zullen wij eerst eens de machinegeweren over het kamp laten spelen"!
Maar dat zijn kleinigheden en bijzaken. Hoofdzaak is, dat iedereen besefte dat Duitschland strijdt voor de verdediging van het Christendom van de Westeuropeesche beschaving en voor het behoud van de cultuur van het Avondland. De toestanden en verhoudingen in de concentratiekampen van het Dritte Reich zijn hiervoor het bewijs.


                                                                          w.mugge@home.nl



                                                                              16-10-2020


© Archief Het Parool.